Rokers tot een succesvolle stoppoging bewegen.

Rokers (20-50 jaar, relatief laag opgeleid), die overwegen om te stoppen met roken en waarbij de motivatie om te stoppen met roken is verhoogd door de verschillende overheidsmaatregelen, die in 2008 zijn doorgevoerd.

Rokers moeten steeds meer moeite doen om te kunnen blijven roken. Waarom gebruiken zij die moeite niet om te stoppen? De campagne ‘In iedere roker zit een stopper’ laat zien, dat dit zelfs de meest hardnekkige rokers ook echt is gelukt. Door de doelgroep te confronteren met extreem rookgedrag van anderen, vragen ze zich af of het roken nog wel bij hen past. Wanneer we deze rokers vervolgens aanspreken op hun eigen effectiviteit (als hij/zij het kan, kan jij het ook) en tegelijkertijd een passend hulpmiddel aanbieden, wordt de stap van stopintentie naar stoppoging wel heel klein gemaakt.

De campagne is driedelig. Elk deel omvat de fases: voorbereiden, stoppen en volhouden. In deel 1 (rond de invoering van de rookvrije horeca, eind april - eind augustus 2008) is gebruik gemaakt van non spot, TVC, radio, posters, flyers, PR en online. In dit deel lag de focus op het tv-programma ‘Ik wed dat ik het kan’ (RTL 4), waarmee het praten over stoppen werd gestimuleerd. Via de campagnesite kon je via een ‘Stopknop’ een boodschap versturen naar jezelf of iemand die gestopt is om het stoppen vol te houden. En je kon je aanmelden voor StopSMS of een ander hulpmiddel kiezen via de digitale Hulpmiddelenwijzer. In deel 2 (rond het geconfronteerd worden met de rookvrije sportkantines, begin september - eind november 2008) lag de nadruk op TVC, radio, posters, flyers, PR, online en minder op non spot. In deel 3 (rond de jaarwisseling, half december 2008 - eind januari 2009) werd vooral door middel van radio, PR en online met aangepaste uitingen ingespeeld op hét traditionele stopmoment: 1 januari.